Carvium Novum maar dan anders

Het landschap op het Gelders Eiland is gevormd door gletsjers en rivierwater.
Aan het eind van de een na laatste ijstijd (150.000 jaar geleden) lag de grens van het Europese landijs bij het huidige Montferland. De heuvels hiervan zijn gevormd doordat ijslobben bodemlagen opstuwden. Toen het klimaat opwarmde en het ijs zich terugtrok brak de Rijn door de stuwwal ter hoogte van de Elterberg. Op zijn reis naar de zee nam de rivier, die voortdurend van loop veranderde, eindeloze hoeveelheden grind, zand en klei mee en heeft dat onder andere gedeponeerd in het gebied dat nu het Gelders Eiland heet.
Deze sedimenten worden door mensen opgegraven: Klei voor de baksteen industrie, grind en zand voor bouw en wegenbouw. Omdat de klei meestal niet al te diep ligt kunnen de tichelgaten dichtgemaakt worden met zand en roofgrond en zo weer gebruikt worden voor agrarische activiteiten of bewoning.
Zand en grind liggen vaak in de diepere lagen en ook in dikkere pakketten. Als die afgegraven worden zijn de gaten behoorlijk en is opvullen geen optie. Meestal blijft er een grote plas liggen met weinig leven erin.

Sinds een aantal jaren is de firma Wezendonk Zand en Grind bv bezig zand te winnen aan de Eltense weg, achter Lobith. Inmiddels is een begin gemaakt met het herinrichten van het gebied. Daarbij zijn naast de firma Wezendonk, twee de stichtingen betrokken; Drijvende Eilanden en Carvium Novum. De stichting Drijvende Eilanden gaat in samenwerking met de Landbouw Universiteit Wageningen een proefopstelling maken voor aquacultuur. In samenspraak met omwonenden, verenigingen en natuurorganisaties gaat de stichting Carvium Novum bekijken hoe het terrein zodanig ingericht kan worden dat natuur en recreatie beide ruimte krijgen..
In de natte rivierdelta ziet natuur er vanzelfsprekend anders uit dan op de droge heuvels van het Montferland. Oorspronkelijk lag hier een oerwoud met in de natste stukken zachthout ooibos met vooral schietwilgen en zwarte populieren precies zoals we het nu aantreffen langs niet dichtgemaakte kleiputten. Doordat de rivier niet bedijkt was veranderde hij regelmatig van loop en er ontstonden dode armen met stilstaand water en rietkragen, nevengeulen met steile oevers, modder- zand en grindbanken. Kortom een enorme variatie aan omstandigheden die elk hun eigen planten- en dierensoorten herbergden. Daarnaast deden ook de mensen een duit in het zakje. Het bedrijven van landbouw en veeteelt schiep nog een aantal extra biotopen met hagen, boomgaarden, akkers en hooi- en graslanden. Elk met hun eigen planten- en dierenleven.
In Carvium Novum wil de stichting een deel van die vroegere variatie aan soorten terugbrengen en dat gebeurt in de eerste plaats door heel diverse omstandigheden te scheppen. Op een aantal plaatsen komen geleidelijk aflopende oevers, rietvelden met een wisselende waterdiepte, moerasbos op twee natte eilanden en grazige oeverzones met kruidenrijke graslanden. Daarnaast zullen er plekken gerealiseerd worden voor diverse recreatieve activiteiten van omwonenden en verenigingen. Als u dan vanuit Lobith het gebied in gaat om bijvoorbeeld te sporten, te wandelen of lekker in het zonnetje te zitten, kijkt u uit over een wijds landschap van water, riet, gras en kleurige bloemen.